16 maart 2018
Het Europees Parlement heeft afgelopen week toegestemd in een voorstel om de opleiding en training van vrachtwagenchauffeurs te verbeteren.
De EC had in februari vorig jaar en voorstel tot aanpassing van richtlijn 2003/59/EC gedaan.
Dat voorstel is nu met grote meerderheid aangenomen.
De voorgestelde veranderingen hebben betrekking op de rij-opleiding, maar ook de Code95 trainingen. De nadruk van de aanpassing van de opleidingen en trainingen ligt bij veiligheid, bijvoorbeeld bij het beschermen van kwetsbare verkeersdeelnemers en het gebruik van assistentiesystemen. Ook het beperken van brandstofverbruik moet meer aandacht tijdens opleiding en nascholing krijgen. De chauffeursopleiding moet ook worden aangepast naar moderne technieken, met onder meer e-learning.
Het Europees Parlement wil eveneens dat er duidelijkheid komt rond de regels voor de leeftijd van beroepschauffeurs in de richtlijn en de overige Europese regels voor het hebben van een rijbewijs. Tevens moeten opleidingen en nascholing tussen lidstaten onderling worden geaccepteerd. Daarom wil het EP een elektronisch systeem opzetten waarmee eenvoudig in heel Europa snel kan worden gecheckt of een chauffeur de juiste opleiding en nascholing heeft gevolgd. Dit systeem kan ook worden gebruik bij handhavingsinstanties.
Branche-organisatie TLN heeft zich naar eigen zeggen sterk gemaakt de richtlijn in te richten naar de Nederlandse transportsector en zet de belangrijkste wijzigingen even op een rij:
Per nascholingsperiode (van 5 jaar) dient er minstens een training te worden gevolgd met een verkeersveiligheidsthema. Speciale nadruk ligt er ook op een ‘rationeel brandstofverbruik’ (art. 7);
Herhaling van hetzelfde onderwerp binnen dezelfde cyclus is niet meer toegestaan (art. 7). De bijlage bij de richtlijn vermeldt dat er diverse onderwerpen aan bod moeten komen in de 35 uur nascholing. Een herhalingsopleiding is wel toegestaan indien blijkt dat de chauffeur een specifiek corrigerende opleiding nodig heeft;
Bij de keuze van de onderwerpen voor nascholing wordt rekening gehouden met de specifieke behoeften van het door de bestuurder uitgevoerde vervoer en de ontwikkelingen op het gebied van geldende regelgeving en technologie (art. 7);
De minimumleeftijd voor een chauffeur beroepsgoederenvervoer blijft 18 jaar. Er is aansluiting gezocht bij de Europese richtlijn 2006/126 (rijbewijs);
Code 95 wordt vermeld op het rijbewijs. Als dat niet kan, wordt door de lidstaat een ‘kwalificatiekaart bestuurder’ uitgereikt, waarop de Code 95 vermeld staat. Lidstaten erkennen deze kwalificatiekaarten onderling, de bevoegde autoriteiten controleren of het rijbewijsnummer dat vermeld staat op de kaart inderdaad geldig is. Een chauffeur verkrijgt de kwalificatiekaart nadat hij heeft aangetoond dat de vereiste 35 uur nascholing is gevolgd. In Nederland blijft de verklaring van nascholing gelden. Deze wijziging heeft alleen gevolgen voor chauffeurs met een niet-Nederlands rijbewijs. Hoe die Nederlandse praktijk er voor hen uit gaat zien, is zo kort na het besluit nog niet duidelijk. TLN en het ministerie van IenW zijn hierover met elkaar in gesprek;
Wederzijdse erkenning tussen lidstaten van Code 95-trainingsdagen vindt de EC erg belangrijk. Dat zou volgens TLN alleen mogelijk moeten zijn als er ook een adequate handhaving bij wordt georganiseerd. TLN heeft daarom gepleit voor een verbinding met RESPER, om fraude met Code 95 tegen te gaan. Dit is in de Richtlijn Rijbewijzen (2006/126) in artikel 15 gehonoreerd;
Het niveau voor initiële vakbekwaamheid en nascholing is door het EP vastgesteld op ten minste MBO2-niveau;
ADR is in de Code 95-nascholingscatalogus opgenomen. Maar omdat er bij het Europees Parlement een sterke wens leeft om geen herhalingscursussen binnen dezelfde nascholingscyclus toe te staan, had TLN bedenkingen bij dit succes. De aanhouder wint soms in een lobbytraject: TLN’s argument dat een ADR-cursus van 14 uur toch gewoon voor al die uren mag worden meegeteld, heeft navolging gevonden;
TLN heeft een aantal jaren geleden al gezorgd dat er vrijstelling wordt verleend aan chauffeurs die zonder code 95 op het rijbewijs vrijwilligerswerk verrichten, waarbij gebruik wordt gemaakt van een vrachtwagen, ten behoeve van liefdadigheidsinstellingen en non-profitorganisaties. Ook deze vrijstelling is in de nieuwe richtlijn opgenomen (art. 2 lid f).
TLN meldt dat er ook op het gebied van duurzaamheid nog een succes is te melden.
In de Rijbewijsrichtlijn wordt aan artikel 6, lid 4 punt toegevoegd dat voertuigen van meer dan 3.500 kg die rijden op alternatieve brandstoffen gereden mogen blijven worden door houders van een rijbewijs B als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De totale massa is niet groter dan 4.250 kg
Het gewicht boven de 3.500 kg is uitsluitend toe te schrijven aan de grotere massa van het alternatieve aandrijfsysteem, in vergelijking met de massa van het aandrijfsysteem van een voertuig met dezelfde afmetingen dat is uitgerust met een interne verbrandingsmotor met een elektrische of compressieontsteking
Het laadvermogen wordt niet verhoogd ten opzichte van hetzelfde voertuig
Er mag geen aanhanger worden gebruikt